De honger werd steeds erger en er moest toch echt iets gebeuren, hij zou er toch op uit moeten.
Voorzichtig stak hij zijn kopje door het gat in heg en wat hij zag stemde hem niet vrolijk. Niets, maar dan ook niets kwam hem bekend voor. Hoe moest dat nou.....
Toch maar gaan zoeken dacht onze Doerak en begon door de heg te kruipen. Wat zal ik doen? Naar links of naar rechts? Aan de linker kant zag hij wat kinderen spelen. Zou hij???
Vooruit maar, hij moest toch wat...
De kinderen waren druk bezig met rolschaatsen en hadden hem niet zo gauw in de gaten. Doerak zat op zijn gemakje te kijken toen een van de meisjes hem zag zitten.
Oh, kijk eens wat een lief hondje zei ze tegen haar vriendinnen. Allemaal kwamen ze op Doerak af en dat maakte hem toch een beetje angstig. Langzaam liep hij achteruit en draaide zich toch maar om, om weg te lopen. Als het één kindje was geweest zou hij wel zijn blijven zitten, maar dit waren er teveel en ze maakten zo´n herrie met die schaatsen...
Dan maar verder en zien wat er gebeurde.
Gelukkig lag hier en daar nog wat sneeuw op de straat en
door daar aan te likken had hij in ieder geval geen dorst meer. Nou nog iets te eten dacht Doerak dan kan ik er tenminste weer even tegen. Na een poosje lopen kwam hij in een winkelstraat aan en nu was het natuurlijk uitkijken naar een slager. Als hij met zijn vrouwtje boodschappen ging doen moest hij bij de slager altijd buiten blijven. Hij ging dan een beetje zielig zitten kijken en altijd kreeg hij dan van wat aardige mensen wel een plakje worst. Het water liep hem in de bek toen hij voor de deur ging zitten.
Maar het lukte wel.... Na een tijdje had hij toch wel zoveel stukjes worst gekregen dat hij geen honger meer had.
Zo, dacht Doerak en nou maar op zoek naar huis. Ze zouden best ongerust zijn dacht hij en begon maar wat harder te lopen.
Maar hoe hard hij ook liep en hoe goed hij ook oplette, hij zag maar niets bekends.
Hij liet zijn kopje naar beneden hangen, maar bleef wel doorlopen. Stil gaan zitten had ook geen zin. Zonder er erg in te hebben was hij de stad uitgelopen. Toen hij weer om zich heen keek liep hij op een duinpad. Hoe was hij hier nou terecht gekomen? Zeker in gedachten gelopen. Hij liep ook maar steeds aan huis te denken en hoe lekker warm het er daar zou zijn. Het begon ook al weer aardig donker te worden en hij was doodmoe van al dat lopen. Zijn pootjes gingen behoorlijk zeer doen. Gelukkig dat zijn kop geen zeer meer deed anders was het nog erger geweest. Hij liep van de duinen het strand op en zocht een grote kuil waar hij een beetje tegen de wind beschermd was. Hij was moe en verdrietig en dacht... Ik kom nooit meer thuis.
Hij ging op het zand in de kuil liggen en viel als een blok in slaap.
Hoe lang hij gelegen had wist hij niet, maar hij had het koud en was drijfnat. Door het hoge water was de kuil vol gelopen en hij had er niets van gemerkt. Hij kroop uit de kuil en schudde zich uit. Gelukkig was het intussen weer dag geworden. Nee... dacht hij, hier heb ik ook niets te zoeken, ik ga weer de duinen in , daar is het tenminste niet zo koud en zo nat.
Toen hij een poosje gelopen had hoorde hij luid geblaf. Wat was dat?
Nieuwschierig klom hij een hoge duin op om wat beter te kunnen kijken. Ja hoor.... hij had het goed gehoord.
Een eindje verder liep een mevrouw haar hondjes uit te laten. De hondjes waren niet veel groter dan hij en liepen uitbundig te spelen en te rennen.
Snel liep hij erheen, misschien wist die mevrouw wel waar hij woonde en waar zijn huisje was...
De twee hondjes renden op hem af en wilden direct met hem gaan spelen, maar Doerak was zo ontzettend moe dat hij alleen nog maar wat kon kwispelen met zijn staart om te laten zien hoe blij hij was.
Ook de mevrouw kwam naar hem toe en zei dat die twee een beetje rustig moesten doen omdat Doerak er zo zielig uitzag. Hallo lieverd, zei ze waar kom jij nou vandaan? Voorzichtig tilde ze hem op en aaide hem over zijn kopje.
Hij trilde van de zenuwen, of was het van de kou? De mevrouw deed haar jas open en stopte Doerak lekker onder haar jas om hem wat warmer te maken.
Wat een geluk had hij opeens om zo iemand tegen te komen die zo lief voor hem was. De andere twee hondjes sprongen tegen haar op en waren misschien een beetje jaloers. Rustig jullie... zei de vrouw laat dat beestje een beetje bijkomen.
Ze nam Doerak mee naar huis en gaf hem eerst wat te eten en te drinken. Zo, dat smaakte zeg... Hij kwam weer helemaal bij.
Zo, zei de vrouw, kom jij maar eens even bij me, wat heb jij daar voor mooie halsketting om? Aan Doerak z´n ketting zat een soort medaillon waar z´n naam in stond en waar hij woonde.
Toen ging alles heel snel.... Al na een half uur stopte er een auto voor de deur. Wat een bekend geluid was dat dacht Doerak.... Hij wist het zeker, het was de auto van zijn baasje. Nog voor de deur goed en wel open was rende Tygo al naar binnen om te kijken hoe het met Doerak ging.... Wat was hij blij, haast net zo blij als Doerak zelf. Het leek opeens wel feest. Iedereen lachte en was natuurlijk opgelucht dat alles weer goed was afgelopen en Doerak weer veilig in Tygo zijn armen naar huis ging. Ik laat hem nooit meer los riep Tygo overmoedig, maar dat ging natuurlijk niet. Ook de thuiskomst met de tweeling en het vrouwtje erbij was een feest. Alles was tenminste weer normaal. Nooit ga ik er nog een keer alleen vandoor dacht Doerak en pa die dacht.... nooit laat ik Doerak nog een keer alleen naar buiten gaan.... Hij gaat voortaan weer lekker aan de riem. ´s Avonds toen Tygo naar bed ging, kroop Doerak stiekem bij hem. Samen zijn ze lief in slaap gevallen en pas laat de volgende ochtend wakker geworden. Toen ze wakker werden stond de hele familie bij het bed te glimlachen.... Ja hoor.... Doerak hoorde echt bij Tygo dat kon je wel zien, en dat vonden zijn zusjes ook.