EEN KERST OM NOOIT TE VERGETEN
Het was koud. Het was ook nog erg vroeg. Dennis, 10 jaar oud, moest aan zijn dagelijkse krantenwijk beginnen. Toen hij de deur achter zich dicht trok woei een koude wind hem midden in zijn gezicht. Gauw de hoek om... dan liep hij tenminste beschut langs de huizen die hij vanuit zijn slaapkamer kon zien.
Het zag er van boven af zo mooi uit toen hij vanmorgen wakker werd en naar buiten keek. Maar dat viel goed tegen als je echt buiten was.
Eerst langs het blok huizen en dan langs de nu bevroren singel naar de Warandastraat waar hij zijn kranten op moest halen en waar hij, zoals iedere morgen, zijn vrienden zou ontmoeten die net als hij ook de kou zouden moeten trotseren om hun dagelijkse rondje te maken.
In gedachten liep hij langs de singel. Nog twee maandjes en dan had hij zijn doel bereikt!
Alles nieuw!!! Voetbalschoenen, shirtje, broekje, kousen en als zijn vader zijn belofte hield, en daar had hij natuurlijk alle vertrouwen in, kreeg hij ook nog een nieuw trainingspak cadeau van zijn ouders. Een goede tas had hij al, die had hij niet meer nodig.
Het had een beetje geijzeld en de bomen en struiken langs de singel waren prachtig wit. Dennis zag er eigenlijk niets van. Hij had zijn kraag hoog op gezet en stapte flink door om maar zo gauw mogelijk bij zijn "krantenafhaalpunt" te komen.
Misschien had meneer Kramer, die ´s morgens de kranten uitdeelde wel weer voor een warme beker chocolademelk gezorgd. Dat was me een verassing gisteren! Maar ja, dat moest hij zelf betalen en iedere dag chocolademelk zou wel een beetje duur zijn.
Wat was dat toch een eind lopen, die hele singel af. Elke keer weer viel dat lange stuk langs die singel, en dat altijd in de vroege morgen, hem  weer tegen.
Ze hadden beter een brug kunnen bouwen, dan had hij niet zover hoeven lopen. Zou het ijs al....? Het had nog pas twee nachtjes gevroren en hij had eigenlijk nog niemand op het is gezien. Beter maar niet doen dacht hij bij zichzelf. Moeder had hem trouwens nog gewaarschuwd. Dennis, had ze gezegd, je kunt wel goed zwemmen, maar een kletsnat pak met die kou.... en als je onder het ijs schiet.... kijk alsjeblieft uit.
Hij was al over de helft aangekomen toen een krakend geluid en een ijselijke gil van niet zover weg in zijn oren klonk.
Wat was dat nou? Hij stond stil en keek in het rond.... Niets te zien natuurlijk. Het was ook nog zo donker. Hij luisterde scherp of hij nog wat hoorde. Niets meer, zou het verbeelding zijn geweest? Hij had ook zo in gedachten gelopen. Hoorde hij toch weer wat? Een bepaalde onrust maakte zich van hem meester. Toch maar even langs de kant van de singel lopen... Maar welke kant uit?
Niet zo gek ver bij hem vandaan was een donkere plek in het sneeuwwitte ijs. Maar even kijken. Bewoog daar wat? Het water was donker en ribbelig. Hoe kon het water daar nou zo bewegen...? Stijf van de zenuwen probeerde hij om meer in het donker te onderscheiden. Het zal toch niet waar zijn? Zag hij daar een arm met een hand bewegen?
Kou of geen kou, daar was hulp nodig.... Zonder zich langer te bedenken liet hij zich in het water zakken. Het was gelukkig niet zo diep. Toen hij tot zijn billen in het water stond zag hij weer wat bewegen en greep meteen.... Het was een hand, een echte mensenhand die hij te pakken had.
Hij trok er met alle macht aan en het viel hem mee dat het eigenlijk zoo gemakkelijk ging. Na enig gesjor, kon hij de jongen, want dat had hij algezien, onder het ijs vandaan trekken. Het was Bram, dat zag hij direkt aan dat gekke petje wat hij altijd op had ´s morgens als hij de krant ging bezorgen. Ze hadden hem er vaak mee uitgelachen, maar Bram had zich er nooit wat van aangetrokken. "Lekker warm," zei hij altijd, "Lachen jullie maar"
Dennis was niet zo groot, maar Bram gelukkig ook niet. Het lukte Dennis hem op de kant te krijgen en hem in de sneeuw langs het pad te leggen. Hij bewoog niet....

Als een bezetene rende Dennis naar het dichtsbijzijnde huis en begon op het eerste de beste raam te bonken. Help... help... alstublieft, doe gauw open! Toen het gordijn opzij geschoven werd zag Dennis het slaperige gezicht van een oude man tevoorschijn komen. "Help alstublieft, mijn vriendje is door het ijs gezakt en hij beweegt niet meer...
Na even ging ergens een deur open en kwam de oude man in zijn ochtendjas naar buiten.
"Waar ligt hij?" vroeg de man. samen renden zij naar de singel, naar de plek waar Bram lag. De politie en de ambulance heb ik al gebeld zij de man. Laten we hem maar snel naar binnen brengen anders bevriest hij nog. Samen sjouwden ze Bram naar binnen en lagen hem op de bank in de kamer.
Intussen was de vrouw van de oude man ook de kamer binnengekomen. "Kom jij eerst maar eens even hier" zei ze tegen Dennis "en trek gauw die natte kleren uit voordat jij ook ziek wordt.
Toen Dennis nog bezig was zich af te drogen en een (veel) te grote droge broek aantrok kwam de ambulance al aangereden. De broeder en zuster die binnenkwamen begonnen zich direct met Bram te bemoeien. Dat valt geloof ik nogal mee zei de broeder. Hij is wel bevangen door de kou. Gelukkig heeft hij niet te lang in dat koude water gelegen. Langzaam begon Bram wat te bewegen. Door de warmte in huis en de misschien wel vijf dekens die de zuster om Bram heen had gelegd kwam hij weer bij en opende langzaam zijn ogen. Wat was dat nou? Glimlachte hij echt? Dennis kon zijn ogen niet geloven. Had hij dat nou goed gezien? Maar Bram had intussen zijn ogen alweer gesloten. Hij gaat wel even mee naar het ziekenhuis zei de zuster en daar zullen we z´n ouders bellen en zeggen dat alles goed is afgelopen. Vanmiddag mag hij weer naar huis denk ik.
Bram werd op de brancard gebonden en voordat hij de deur werd uitgedragen zag Dennis weer die glimlach op zijn gezicht. Wat was dat nou toch....
Dennis kreeg, en dat raad je natuurlijk al, een kop warme chocolademelk van die aardige mevrouw en werd door die aardige oude man naar huis gebracht.
Vader en moeder schrokken wel even, maar waren blij dat alles toch zo goed was afgelopen.
´s Middags kwam Bram zijn vader langs en kon niet nalaten Dennis even in zijn armen te nemen en hem te bedanken omdat hij zo dapper was geweest om in de met ijs bedekte singel te stappen om iemend zijn leven te redden. De dokter had gezegd dat hij net op tijd uit het water was gehaald en dat als dat niet gebeurd was, Bram zeker was verdronken.
Dennis vond zichzelf ook eigenlijk wel een held nu iedereen zo over hem sprak.
´s Avonds toen hij in bed lag en over de gebeurtenissen van die dag nog even nadacht was hij wat trots dat hij zijn vriendje had kunnen redden. Maar ja, dat zou iedereen toch doen?
Een paar dagen later was het Kerstmis. Iedere eerste Kerstdag kwamen oma en opa koffie drinken en meestal bleven ze ook met het kerstdiner.
Dat was altijd wel gezellig, maar het leukste vond hij toch de Kerstochtend, dan werden natuurlijk de cadeautjes uitgepakt, die vaak al twee dagen van te voren onder de kerstboom lagen. Dat was natuurlijk om je nieuwschierig te maken! Er lagen er wel héél veel dit jaar.....

Dennis was benieuwd voor wie dat grote pak pak eigenlijk was en wat er in zou zitten. Het bleef nog als laatste liggen ook. Vader, die altijd de cadeautjes onder de boom vandaan haalde, pakte eindelijk het grote pak.
En voor wie was het???  Juist, voor Dennis.... Zenuwachtig maakte hij het papier los. Nee maar, wat een mooie voetbltas was dat, en wat zwaar! "Maak hem eens open," zei opa. Dennis kon zijn ogen niet geloven......
Eerst haalde hij er een voetbalbroekje uit, toen een paar kousen, toen een paar voetbalschoenen, toen een trainingspak, toen een paar scheenbeschermers en als laatste een shirtje met op de achterkant zijn naam.
Dit heb je van je grote vriend Bram gekregen zei vader. Ik zou hem vanmiddag maar eens gaan bedanken.

Dennis kon haast niet wachten om naar zijn vriendje te hollen. Toen hij in de middag aanbelde en Bram open deed, vlogen ze elkaar in de armen. Allebei waren ze gelukkig en hadden elkaar veel te vertellen.
Eén ding moet je me nog vertellen zei Dennis. Leek het nou maar zo of lachte je echt toen je voor het eerst je ogen open deed. Bram begon te schateren van het lachen. Weet je wat ik zag toen ik m´n ogen opende? Jou.... in die achterlijke grote broek, het was echt geen gezicht! Laten we maar afspreken zei Bram, dat als jij nog eens wat van m´n petje zegt, ik jou help herinneren aan die gekke grote broek!
Dennis en Bram hadden nog heel veel plezier en zouden deze Kerst nooit meer vergeten.