op het schoolplein in het speeluur
maakten ze hem het leven zuur
iedere dag weer was het pesten
leren kon hij als de beste
maar voetballen dat kon hij niet
ze vonden hem een saaie piet
daarom bleven ze steeds aan de gang
het was gewoonte, een soort drang
schoppen, slaan, het kon niet op
altijd kreeg hij op zijn kop
nu was hij ziek en zagen ze hem niet
wat zou er met hem zijn, die saaie piet
tot op de dag dat het berichtje kwam
toen schrokken ze zich werkelijk lam
door zijn ziekte kon hij zich niet meer bewegen
dat had toch niet aan hun gelegen?
ze waren stil en hadden spijt....
pesten, wat een narigheid!
s t o p
m e t
p e s t e n
j o h . . .